Pedagogisch Project
- Pedagogisch project
1. Inleiding
Dit pedagogisch project werd ontworpen in overleg met het schoolteam en de pedagogische adviseur van OVSG.
Het is een verduidelijking van wat we op vlak van onderwijs en
opvoeding op school wensen te bereiken en hoe de school haar werking hierop wil
afstemmen.
Het is een algemeen kader waarin een visie wordt vastgelegd over de waarden, de
normen en de doelen van de school. Dit houdt in dat de opvattingen inzake
ontwikkeling en opvoeding en de visie op mens en maatschappij aan de basis
liggen.
Door dit project zal de school zich kunnen profileren en zodoende aan de ouders klaar en duidelijk meedelen wat het gemeentelijk basisonderwijs van Denderleeuw aan hun kinderen te bieden heeft. Het kan dus oriënterend werken voor de ouders bij de schoolkeuze in functie van de gewenste opvoeding en onderwijscriteria voor hun kinderen.
Allen die betrokken zijn bij de begeleiding en de vorming van de kinderen van onze school aanvaarden onvoorwaardelijk dit pedagogisch project. Alle leerkrachten zullen het project niet alleen onderschrijven, maar ook echt uitdragen. Van hen wordt dan ook inzet en engagement verwacht ten overstaan van de onderwijsinstelling.
2. Situering van de school
2.1 Profilering van de school
Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijs.
Het schoolbestuur is het
lokaal bestuur Denderleeuw.
Als openbare instelling staat onze school open voor alle kinderen, welke ook de levensopvatting van de ouders is.
Het onderwijs dat binnen onze school door de leerkrachten wordt aangeboden past in het kader van richtlijnen, vastgelegd en goedgekeurd door de gemeenteraad in een door haar erkend pedagogisch project.
Dit pedagogisch project bepaalt de aard, het karakter van het onderwijsaanbod binnen onze school. Van de leerkrachten wordt geëist dat ze onderwijs verschaffen volgens de richtlijnen van dit pedagogisch project. Alle andere participanten worden verondersteld dezelfde opties te onderschrijven, deze te respecteren of zich neutraal op te stellen.
Beslissingen omtrent het gemeentelijk onderwijs, rekening houdend met de vigerende onderwijswetgeving, behoren tot de bevoegdheid en de voortdurende verantwoordelijkheid van de democratisch verkozen gemeenteraad.
2.2 Gegevens over de lokale situatie
De gemeenteschool van Welle is een basisschool, gelokaliseerd op het Welleplein nr. 1.
In de school is een kleuter- en een lagere afdeling. De kleuterafdeling noemt "UKKEPUK".
De school is toegankelijk, zowel voor meisjes als voor jongens.
De gemeentelijke basisschool Iddergem is sinds 1 september 2022 een aparte school met een eigen instellingsnummer en een eigen directeur. Beide gemeentelijke basisscholen borgen dezelfde visie, werken nauw samen en zetten het gemeentelijke basisonderwijs op de kaart als één geheel.
2.3. Gegevens over de opdracht
In onze pluralistische samenleving is het noodzakelijk dat in een gemeenteschool, zoals de onze, respect wordt opgebracht voor elke levensbeschouwelijke visie van de ouders en voor de keuze, die ze maken voor hun kind daaromtrent. Zodoende is de vrije keuze van godsdienst of niet-confessionele zedenleer gewaarborgd.
De opdracht van de school is de ons toevertrouwde leerlingen begeleiden op weg naar volwassenheid, zodat zij zelfstandig hun levenstaak kunnen ontdekken, aanvaarden en realiseren in relatie met en in dienst van de anderen.
Wij willen in de eerste plaats een school zijn waar alle kinderen zich thuis voelen en hun individuele capaciteiten kunnen ontplooien, met respect voor ieders mening.
3. Visie op mens en maatschappij: levensbeschouwelijke uitgangspunten
3.1 Dynamische maatschappijvisie
De laatste decennia worden wij geconfronteerd met een aantal maatschappelijke veranderingen en snelle, zeer onverwachte evoluties. Kenmerkend zijn:
- de steeds sneller evoluerende technologie en de explosie van de wetenschap;
- de diepe democratisering van het maatschappelijk leven;
- de onweerstaanbare groei van de internationale samenlevingscontacten.
3.1.1 De versnelde evolutie van wetenschap en techniek
Door de invloed van de wetenschappelijke en technologische revolutie krijgt de mens nieuwe mogelijkheden, die schijnbaar geen grenzen kent. Versnelde productieprocessen geven een hogere productiviteit en een overvloed aan gebruiks- en verbruiksmateriaal. Daarnaast krijgt de werkende mens meer vrije tijd. Hierdoor ontstaan er kansen om zich creatief en als een sociaal wezen op te stellen. De materiële welstand neemt toe en een aantal sociale zekerheden, die een verworven recht worden, kunnen niet meer in opspraak gebracht worden.
Maar het wetenschappelijk kennen en het technisch kunnen, groeien zo snel dat niemand nog alles kan overzien. Problemen oplossen wordt alsmaar moeilijker want men moet steeds met meer en meer factoren rekening houden.
Door de onstuitbare industrialisatie, mechanisatie en automatisering wordt de werkloosheid aangewakkerd. Gevoelens van verveling, nutteloosheid en onbehagen doen hun intrede.
De mens is meer gehecht aan geld, luxe en materiële verworvenheden en vergeet maar al te dikwijls de diepmenselijke waarden.
De maatschappij is een kennismaatschappij. Kennis is macht.
De massale stroom van informatie leidt tot onoverzichtelijkheid. Het is
moeilijk om uit de overvloed van informatie, die ons via diverse kanalen
bereikt, de essentie te distilleren. De prestatiedruk en het streven naar
hogerop zijn zeer belangrijke factoren in onze hedendaagse maatschappij.
De sociale status is afhankelijk van het genoten onderwijs.
3.1.2 De democratisering van het maatschappelijk leven.
Democratisering is nodig om te kunnen deelnemen aan de vormgeving van de samenleving. Betrokkenheid, participatie en inspraak zijn veel voorkomende begrippen. Inspraak van alle betrokkenen wordt momenteel aangevoeld als een verworvenheid. Op deze wijze kan het verantwoordelijkheidsbesef en het solidariteitsgevoel groeien. Maar toch wordt in de realiteit het leven maar al te dikwijls geregeld door enkelingen of door externe machten die het beslissingsrecht opeisen.
De kloof tussen ouderen en jongeren wordt groter. Het leefpatroon dat de oudere generatie dierbaar is, kan niet zomaar vanuit een machtspositie als waardevol opgelegd worden aan jongeren.
3.1.3 De groei van de internationale samenwerkingscontacten.
Als gevolg van de moderne verkeersmiddelen en communicatiemedia worden andere volkeren en culturen dichter bij elkaar gebracht.
Deze contacten leiden tot wederzijdse verrijking, samenhorigheid, zin voor solidariteit en medeverantwoordelijkheid.
Te felle gerichtheid op het ver afgelegene mag ons niet doen vervreemden van onze eigen omgeving. Lokale problemen en noden worden soms minder aangevoeld.
Onverdraagzaamheid tegenover etnische minderheden en racisme steken meer en meer de kop op.
3.2. Het veranderende mensbeeld
Diepe veranderingen in de samenleving hebben een wijziging in het mensbeeld tot gevolg.
3.2.1. De mens en zichzelf
De mens is een totaliteit. Er is een harmonie tussen lichaam en
geest.
De mens is een gave en een opgave. Hij moet zich de cultuur eigen maken, deze
verrijken om haar te kunnen aanreiken aan de volgende generatie.
Zelfvertrouwen, geloof in eigen kunnen en eigen besluitvorming zijn voorwaarden
om de leef- en beleefwereld kritisch te benaderen.
De mens is steeds in evolutie. Mensen ervaren dagelijks hun beperkingen en hun eigen behoeften. Niettegenstaande de mens zowel zichzelf als zijn omgeving als beperkend ervaart, gaat hij de grenzen als een uitdaging zien en er creatief mee omgaan.
3.2.2. De mens en de anderen
Niet alle mensen zijn gelijk, maar alle mensen zijn wel
gelijkwaardig.
Elkeen moet erkennen dat de anderen anders zijn en dat ieder een persoonlijke
inbreng heeft in de maatschappij waarin hij leeft. Mensen vullen elkaar aan door hun
persoonlijkheid. Dit leidt tot wederzijdse verrijking.
De mens wil graag door anderen erkend worden in wat hij doet, hij wil zich
profileren, zich bevestigen in wat hij doet.
Hij denkt na over de wereld zoals hij die ervaart en dit in overleg met anderen om dan met meer inzicht de problemen aan te pakken. Op deze manier verwezenlijkt hij zijn ideeën, bouwt hij mee aan relaties, structuren, waarden die hijzelf kiest.
3.2.3. De mens en de anderen in groep
De mens moet verantwoordelijkheid opnemen tegenover zichzelf en tegenover de maatschappij op basis van gelijkwaardigheid. Hij moet zich respectvol, geduldig en verdraagzaam opstellen tegenover de verschillende bevolkingsgroepen. Op deze wijze kunnen mensen harmonieus met elkaar omgaan ongeacht de cultuur die anderen hebben, de taal die anderen spreken, de waarden die anderen bezitten. Alleen zo kan het samenhorigheidsgevoel, het veiligheidsgevoel en de geborgenheid in de groep zich verder ontwikkelen en positief aangewend worden om zich als mens te integreren, zichzelf te herkennen zonder zijn eigenheid te moeten verloochenen.
4. Visie op ontwikkeling en opvoeding
De taak van de school is jonge mensen begeleiden op weg naar volwassenheid.
Vanuit onze visie op mens en maatschappij zijn de volgende pedagogische krachtlijnen ontstaan:
- In onze pluralistische samenleving is het noodzakelijk dat in een gemeenteschool respect wordt opgebracht voor elke levensbeschouwelijke visie van ouders en voor de keuze die ze maken voor hun kind.
- De school stimuleert het kind tot leren.
- Via de basisprincipes van lezen, rekenen, schrijven en de fundamentele inhouden van het onderwijs stimuleert de school zijn leerlingen om een permanente vorming te ontwikkelen. De opdracht van de school is dus ruimer dan kennisoverdracht.
- De school stelt sociale onrechtvaardigheden aan de kaak (armoede, oorlog, verdrukking...) en dit gebaseerd op de rechten van de mens.
- De school heeft voortdurend oog voor de veranderingen in de maatschappij en laat deze veranderingen inwerken op zijn onderwijs. Zo krijgen de leerlingen de kans allerlei informatiebronnen te leren hanteren in functie van die vormende maatschappij.
- Het kind moet zich kunnen ontwikkelen zonder belemmerende factoren zodat het voldoende kansen krijgt om al hun talenten te laten renderen.
- In de school krijgt ieder kind de kans en de plicht zijn verantwoordelijkheid op te nemen, rekening houdend met het algemeen belang van de maatschappij.
5. Doelen die onze school zich stelt
Onze school heeft de opdracht de
ontwikkelingsdoelen en eindtermen, vastgelegd door het Vlaams Parlement, te
realiseren.
Hiervoor worden de leerplannen van OVSG (Onderwijssecretariaat van de Steden en
Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw) gebruikt, die door het schoolbestuur
werden goedgekeurd.
Hierbij wil onze school volgende doelen en waarden nastreven:
5.1. Een evenwichtige ontwikkeling van de totale persoonlijkheid nastreven bij elk kind
- Aandacht voor evenwicht in het onderwijsaanbod (zowel lich.opv.,muzische vorming, taal, WO en wiskunde als de kinderen stimuleren tot leren leren en werken aan sociale vaardigheden)
- Differentiatie en individualisatie inbouwen bij de klassenpraktijk
- Aandacht voor de psychomotorische ontwikkeling, vooral in de kleuterklas en de eerste jaren van de lagere school
- Via openluchtklassen en didactische uitstappen het kind in contact brengen met de onmiddellijke en verdere omgeving
- Nadruk leggen op het sociaal functioneren van elk kind (groepswerking, sport- en spelactiviteiten, ...)
- De leerlingen leren de vloed informatie verwerken om van hen kritische consumenten van goederen en diensten te maken.
5.2. Actief leren
- Kinderen aanzetten tot en sturen bij het verwerven van een eigen studiemethode.
- Bevorderen van de dynamisch affectieve ontwikkeling door o.a. het stimuleren van de zelfredzaamheid.
- Door het raadplegen van het documentatiecentrum, het bezoek aan de bibliotheek en het gebruik van multimedia de nieuwsgierigheid van de kinderen stimuleren en zodoende aanzetten tot zelfontdekkend leren.
- Kinderen eigenschappen leren kennen door hen met al hun zintuigen in contact te brengen met het milieu.
- Kinderen laten experimenteren, opbouwen, ordenen, classificeren, discrimineren, enz.
- Kinderen leren spelen met taal en uitbeelden van gevoelens via rollenspel.
- Zelfstandig taken oplossen en corrigeren in hoekenwerk.
De klemtoon bij het actief leren ligt eerder op het verwerken van dan op de hoeveelheid aan leerinhouden.
5.3. Een optimale zorgbreedte realiseren zodat elk kind maximale kansen op ontwikkeling krijgt.
Onze school biedt in aanpak en aanbod alle ontwikkelingsdomeinen de nodige ruimte.
De zorgverbreding stelt zich als doel:
- het voorkomen van leer- en gedragsproblemen
- het signaleren, analyseren, diagnosticeren en remediëren van leer- en/of gedragsproblemen bij kinderen en het evalueren en eventueel bijsturen van de begeleiding.
We stellen alles in het werk opdat de overgang tussen de verschillende niveaus soepel kan verlopen.
Onze leerkrachten hebben de attitude om met elkaar over hun onderwijspraktijk te overleggen, systematisch te reflecteren op de eigen praktijk, ouders bij het schoolgebeuren te betrekken, open te staan voor nieuwe inhoudelijke vormen van onderwijsondersteuning en -remediëring.
Wij waken erover dat kinderen zich goed en geaccepteerd voelen op school, er gaan functioneren en er plezier aan beleven.
Elk kind moet zich in onze school thuis kunnen voelen.
Preventieve zorgverbreding
- Bijhouden van observatieschema in de kleuterschool om problemen vroegtijdig op te speuren.
- Uitwerken van een leerlingvolgsysteem.
- Aandacht schenken aan differentiatie en individualisatie via groepswerk, computerwerking, kiesuurtje, hoekenwerk, niveaulezen met het inschakelen van leesouders.
Bevoegde begeleidingsdiensten inschakelen bij leerlingen met motorische, sociaal-emotionele of verstandelijke problemen.
Ons lestijdenpakket wordt in functie van de zorgverbreding zo samengesteld dat er overlegmogelijkheden kunnen ingelast worden tijdens de vrije momenten.
5.4. Voor elk kind een basisvorming als samenhangend geheel garanderen
5.4.1. Horizontale samenhang
- Rekening houden met de beginsituatie van alle leerlingen en aansluiten bij hun leefwereld
- Vakdoorbrekend werken rond extra-murosactiviteiten
- Binnen de vijf leergebieden bijbrengen en oefenen van kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden.
5.4.2. Verticale samenhang
- Overgangsgesprekken tussen aanliggende klassen
- Algemeen geldende afspraken maken omtrent huistaken, symbolen en afkortingen, rapportering, ...
- Klasdoorbrekend werken voor niveaulezen, vieringen, projecten, sportactiviteiten, ...
- Integratie bevorderen tussen derde kleuterklas en eerste leerjaar.
6. Besluit
Ons pedagogisch project is
* een inspiratiebron voor elke leerkracht m.b.t. de opvoedingsdoelen
* een informatiebron:
- voor de ouders
- voor de toekomstige leerlingen
- voor alle participanten die met onze school begaan zijn.
Ons schoolteam wil in nauwe samenwerking met de ouders en alle betrokkenen hulp en ruimte bieden bij de persoonlijkheidsontwikkeling van ieder kind, in een sfeer van begrip, respect en verdraagzaamheid, van geduld, hartelijkheid en vertrouwen.